De Nederlandse staat is voornemens om de grootboekleningen (GBK) 2½%, 3 % en 3½ % volledig af te lossen per 1 november 2022
Bij volledige aflossing ontvangen de bij het Agentschap bekende grootboekhouders een betaling van de koerswaarde van hun grootboeklening(en) en de opgelopen rente.
Grootboekleningen zijn obligaties die door de staat zijn uitgeschreven in 1815, 1896 en 1910 en houders van grootboekleningen ontvangen respectievelijk 2,5%, 3% en 3,5% rente over deze leningen. Per januari 2022 staat een bedrag van nominaal 11 miljoen euro aan grootboekschulden uit (0,003% van de totale staatsschuld). Het Agentschap beheert de grootboekleningen en verricht de betalingen.
Aanleiding voor het voornemen om per 1 november 2022 over te gaan tot aflossing is gewijzigde regelgeving in het betalingsverkeer per 21 november 2022 (ISO20022 format). Door deze nieuwe regelgeving dient het Agentschap binnenkort bij de betalingen de juiste naam en volledige adresgegevens van de rekeninghouder te vermelden die ook bij de bank bekend zijn. Hierdoor kunnen rentebetalingen aan grootboekhouders mogelijk niet meer plaatsvinden en zullen de administratieve lasten van grootboekhouders en de staat toenemen. Dit laatste geldt overigens alleen voor de grootboekschulden waarover de rente direct door het Agentschap wordt overgemaakt. Het voornemen tot aflossen geldt wel voor alle soorten grootboekschulden.
Marktconform aflossen
De grootboekleningen zijn eeuwigdurend. Dat wil zeggen dat de staat op een zelfgekozen moment mag aflossen, maar niet verplicht is om op een bepaalde datum af te lossen. De staat is voornemens om op 1 november 2022 af te lossen tegen de marktconforme koerswaarde van de grootboeklening.
Grootboekleningen werden in het verleden uitgegeven via grootboekwetten. Op basis van deze (nog steeds geldende) grootboekwetten bestaat enkel de verplichting om de grootboekschulden nominaal af te lossen. Het voornemen om tegen de koerswaarde in plaats van tegen de nominale waarde af te lossen is in lijn met de huidige inkoopregeling.
Onder de inkoopregeling wordt sinds 2014 de marktconforme inkoopprijs geboden aan grootboekhouders. De koerswaarde is gelijk aan de inkoopprijs en wordt berekend aan de hand van (i) de nominale waarde van de grootboeklening en (ii) de netto contante waarde van toekomstige rentebetalingen (tot een maximum). Door de lage rente op langlopende staatsobligaties zijn deze inkoopprijzen sinds 2019 gemaximeerd op de prijzen zoals vermeld in de onderstaande tabel. Per 1 januari 2022 gelden de onderstaande maximale inkoopprijzen voor de grootboekleningen. Het voornemen is ook om deze prijzen op 1 november 2022 bij de aflossing te hanteren. Dat betekent dat grootboekhouders ongeveer drie maal het door hen uitgeleende bedrag terug ontvangen (voor elke €100 nominale waarde geldt de onderstaande inkooprijs):
Grootboeklening |
2½% GBK |
3% GBK |
3½% GBK |
Inkoopprijs per €100 |
€ 280 |
€ 335 |
€ 390 |
Bij aflossing zal op 1 november 2022 de koerswaarde en de resterende opgelopen rente gestort worden op het bankrekeningnummer van de bij het Agentschap bekende grootboekhouders. Deze grootboekhouders hoeven hier niets voor te doen. Het bedrag van de leningen die niet uitbetaald kunnen worden op 1 november 2022 zal aan de consignatiekas bij het Ministerie van Financiën worden gegeven en worden bewaard tot 2042.
Tijdelijke inkoopregeling
In 2014 is het Agentschap gestart met een tijdelijke inkoopregeling voor alle grootboekleningen. Op basis van deze inkoopregeling kunnen grootboekhouders de marktconforme inkoopprijs voor hun grootboeklening ontvangen als zij zichzelf hiervoor melden bij het Agentschap. De huidige inkoopregeling stopt per 1 november 2022. Tot die tijd kunnen grootboekhouders nog gebruik maken van de regeling.