De Dutch Direct Auction (DDA) is een transparante veilingtechniek voor het veilen van staatsobligaties die is ontworpen door het Agentschap.
De DDA is voor het eerst gebruikt in juni 2003 bij de lancering van een nieuwe 5-jarige staatsobligatie. Het doel van de DDA is naast het bereiken van een brede groep beleggers het behalen van de best mogelijke prijs voor de geveilde staatsobligaties. In het DDA-systeem kunnen eindbeleggers met behulp van één (of meerdere) Primary Dealer(s) direct deelnemen aan een veiling van nieuwe Nederlandse staatsobligaties.
De DDA is één van de drie veilingmethoden van het Agentschap. De DDA wordt gebruikt voor de lancering van staatsobligaties met een middellange tot lange looptijd (10- en 30-jarige staatsleningen). Voor de lancering van kortere leningen wordt soms de reguliere toonbankveiling gebruikt. Deze laatste methode wordt eveneens gebruikt voor het heropenen van nieuwe staatsleningen na de eerste uitgifte.
Uitlegvideo: Hoe werkt een DDA? (Engelstalig)
Het veilingproces
Aan de DDA liggen heldere regels ten grondslag die per veiling zo min mogelijk worden veranderd. In de DDA worden biedingen niet op een absolute prijs ingelegd maar relatief tot een referentielening, meestal een Duitse staatsobligatie met een vergelijkbare looptijd. Er is voor deze methode gekozen omdat er tijdsverschil zit tussen het bieden en de allocatie. Gedurende dit tijdsverschil kan de markt bewegen waardoor een absolute prijs de werkelijke marktprijs van de obligatie niet correct weer zou geven. Relatieve veranderingen van prijzen en rendementen zijn geringer; dat wil zeggen: spreads zijn minder volatiel dan absolute renteniveaus. Voorafgaand aan de veiling stelt het Agentschap een bandbreedte (‘spread guidance’) vast, waarbinnen beleggers biedingen kunnen plaatsen met een minimumbod van 1000 euro. De beleggers geven aan welke hoeveelheid van de uit te geven lening zij per spread zouden willen afnemen. Op deze manier zijn beleggers in staat invloed uit te oefenen op de marktprijs van de nieuwe leningen (‘price discovery’). Naast bieden tegen een bepaalde spread kunnen beleggers biedingen ‘at best’ inleggen. Deze biedingen worden te allen tijde aangemerkt als biedingen tegen de laagste spread.
De verhandelbaarheid van reeds uitgegeven staatsobligaties en de marktstabiliteit zijn gebaat bij een goede balans tussen lange- en kortetermijninvesteerders. Om deze balans te bereiken worden de beleggers in twee categorieën verdeeld: real money (lange termijn) investeerders waartoe onder andere vermogenbeheerders, centrale banken, verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen behoren en ‘andere’ (korte termijn) beleggers waar onder andere banken en hedge funds toe behoren.
Na het sluiten van het veilingboek wijst het Agentschap leningen toe aan beleggers tegen een uniforme prijs, de zogenaamde 'cut-off’ spread. De biedingen worden vanaf de laagste spread oplopend toegewezen: eerst de ‘at best’ biedingen en daarna de biedingen tegen oplopende spread, totdat het doelvolume is bereikt. De hoogste spread waartegen wordt toegewezen is de eerder genoemde 'cut-off’ spread. Het kan voorkomen dat niet alle biedingen tegen deze spread volledig worden toegekend. In dat geval krijgen 'real money' beleggers voorrang boven ‘andere’ beleggers. Na de toewijzing wordt samen met de Primary Dealers de waarde van de uitgegeven lening bepaald en gecommuniceerd aan de beleggers.
Meer informatie over de techniek en allocatiemechanismen van de DDA vindt u in de DDA-presentatie te vinden bij de beleggerspresentaties.