Publieke taak en onderling lenen

Kunnen decentrale overheden nog leningen blijven verstrekken aan bijvoorbeeld de schouwburg of een sportvereniging?

Ja, dit blijft mogelijk indien het uitlenen valt onder het uitoefenen van de publieke taak. Het schatkistbankieren geldt alleen voor de overtollige middelen (i.c. de middelen die niet benodigd zijn voor de publieke taak).

Kunnen decentrale overheden leningen verstrekken aan een andere decentrale overheid?

Als het verstrekken van de lening aan een andere decentrale overheid onderdeel is van uw publieke taak, dan is en blijft dat gewoon mogelijk. Het onderling uitlenen van overtollige middelen is geen publieke taak, maar is (onder voorwaarden) wel toegestaan. De belangrijkste voorwaarde is dat er geen lening mag worden verstrekt aan een decentrale overheid waarop de uitlener ook financieel toezicht houdt. Een provincie mag dus geen overtollige middelen uitlenen aan een gemeente binnen de provincie.

Kan een provincie met haar overtollige middelen een lening verstrekken aan een gemeente in dezelfde provincie?

Nee, dat mag niet. In de wet Fido is opgenomen dat bij onderling lenen (met overtollige middelen) het niet zo mag zijn dat de uitlenende partij is belast met het financieel toezicht op de inlenende partij. Ter illustratie; de provincie Zuid-Holland mag geen overtollige middelen uitlenen aan de gemeente Rotterdam; de provincie Zuid-Holland mag wel uitlenen aan bijvoorbeeld Den Bosch, omdat in dit geval geen sprake is van een toezichtrelatie.

Het gaat hierbij dus alleen om het uitlenen van overtollige middelen, het uitlenen van middelen uit hoofde van de publieke taak is wel toegestaan, ook als de uitlenende partij belast is met het financieel toezicht op de lenende partij (zie ook de volgende vraag).

Kan een provincie, uit hoofde van de publieke taak, een lening verstrekken aan een gemeente in dezelfde provincie?

Ja, dat blijft mogelijk. Het schatkistbankieren geldt alleen voor de overtollige middelen (i.c. de middelen die niet benodigd zijn voor de publieke taak). Bij een lening uit hoofde van de publieke taak is de voorwaarde dat er geen toezichtsrelatie is dus niet van toepassing.

Mag een decentrale overheid zelf de rente bepalen wanneer er wordt gekozen voor onderling lenen en mag alles onderling uitgeleend worden indien dit meer oplevert?

Een van de doelstellingen van schatkistbankieren is het verlagen van de EMU-schuld. De EMU-schuld daalt ook als decentrale overheden hun overtollige middelen onderling uitlenen. De decentrale overheid is in beginsel binnen de bestaande wet- en regelgeving vrij om zelf de hoogte van de rentevergoeding te bepalen.

Als een decentrale overheid geld uitleent aan een andere decentrale overheid, hoe moet zij dat verwerken in de CBS-rapportage?

Onderlinge leningen zullen gerapporteerd moeten worden aan het CBS. Dat gebeurt na afloop van elk kwartaal. Deze rapportageverplichting is opgenomen in de normale wijze van rapporteren aan het CBS (Iv3). Iedere decentrale overheid wordt tijdig over de rapportageverplichting geïnformeerd door het CBS.

Kan een gemeente ook uitlenen aan woningbouwcoöperaties?

Overtollige middelen mogen slechts in de schatkist worden aangehouden of onderling worden uitgeleend. Het uitlenen van geld aan een woningcorporatie valt niet onder de definitie van onderling lenen. Woningcorporaties maken immers geen onderdeel uit van de collectieve sector. Uitlenen aan woningcorporaties kan dus alleen gebeuren uit hoofde van de publieke taak. Het verplicht schatkistbankieren verandert daar niets aan.

Een decentrale overheid heeft een 100% deelneming in een BV. Mag die decentrale overheid overtollige middelen bij die BV stallen?

Nee, dat mag niet. Omdat BV’s (net als NV’s en stichtingen) privaatrechtelijke rechtspersonen zijn, vallen ze niet onder de wet Fido. Ze worden dan ook niet aangewezen voor verplichte deelname aan het schatkistbankieren.

Het tijdelijk of structureel parkeren van overtollige middelen van een decentrale overheid bij een deelneming/BV/fonds is niet toegestaan. Immers: overtollige middelen dienen in de schatkist te worden aangehouden. Dit betekent dat geldstromen tussen een DO en zo’n ‘derde partij’ altijd onderbouwd dienen te kunnen worden met een tegenprestatie uit hoofde van de publieke taak. Openbare lichamen (decentrale overheden) mogen niet meer middelen in een BV of NV onderbrengen dan uit hoofde van de taakuitoefening strikt genomen noodzakelijk is. Het verstrekken van een lening uit hoofde van de publieke taak blijft vanzelfsprekend mogelijk.