Er zijn twee gronden waarop een decentrale overheid kan worden uitgezonderd.
De eerste uitzonderingsgrond is het niet hebben van eigen middelen (dus onder andere geen eigen bankrekening). Dit is bijvoorbeeld van toepassing op sommige GR’s die alleen het beheer voeren over een N.V. of B.V. en zelf geen inkomsten of uitgaven hebben.
De tweede mogelijkheid om uitgezonderd te worden is als de decentrale overheid geregeld heeft dat zijn overtollige middelen via een andere decentrale overheid in de schatkist kunnen worden aanhouden. Deze uitzondering is bedoeld voor bijvoorbeeld GR’s waarvan de treasury wordt uitgevoerd door een van de deelnemende gemeenten. Eventuele overtollige middelen van de GR kunnen dan relatief eenvoudig via de gemeente in de schatkist worden aangehouden. Ook als een GR wel zijn eigen treasury voert dan kan met bijvoorbeeld een gemeente worden afgesproken dat eventuele overtollige middelen via de gemeente in de schatkist kunnen worden aangehouden. Het is dan wel nodig dat de GR en de gemeente hierover afspraken maken.