Overtollige middelen zijn alle middelen die een decentrale overheid op dat moment niet nodig heeft voor het doen van uitgaven. In het algemeen zijn dat alle beleggingen (hiervoor geldt de overgangsregeling), saldi op bankrekeningen en contant geld. Overtollige middelen zijn netto: saldi op bankrekeningen kunnen dus gesaldeerd worden. Een bankrekening met een negatief saldo van 5 mln en een bankrekening met een positief saldo van 7 mln (bij dezelfde of bij een andere bank), betekent dat er 2 mln. aanwezig is in de vorm van overtollige middelen. Deze overtollige middelen moeten in de schatkist worden aangehouden, met uitzondering van uitgezonderde middelen zoals het drempelbedrag.