Veel gestelde vragen RWT's en RPT's
Kan een instelling bij het schatkistbankieren nog vrij beschikken over de liquide middelen?
Deelnemers aan het schatkistbankieren zijn zelfstandige rechtspersonen. De rekening-courantrelatie tussen een instelling en het ministerie van Financiën wordt vastgelegd in een civielrechtelijke overeenkomst. In deze overeenkomst staat dat het ministerie van Financiën de bij haar in bewaring gegeven liquide middelen steeds op eerste verzoek direct en onvoorwaardelijk ter beschikking stelt aan de instelling. In de theoretische situatie dat het ministerie van Financiën zijn contractuele verplichtingen niet nakomt, kan een instelling dit via de rechter afdwingen.
Tast het schatkistbankieren de autonomie van een instelling aan?
Slechts voor een klein deel, namelijk dat het voor een instelling niet meer vrij kan kiezen waar zij haar liquide middelen aanhoudt. Hiervoor is zij aangewezen op het ministerie van Financiën. De relatie die een instelling met het ministerie van Financiën aangaat, is een zuiver bancaire relatie. Het ministerie van Financiën oefent uit dien hoofde dus ook geen toezicht uit op het betalingsverkeer of op de besteding van de liquide middelen.
Geldt het schatkistbankieren ook voor private gelden?
Nee. Het schatkistbankieren richt zich op publieke middelen. Sommige instellingen beheren ook private middelen. Aan het beheer van deze private middelen worden geen eisen gesteld. Het adequaat scheiden van beide middelen is een verantwoordelijkheid van de instelling. Dit kan eventueel ook op basis van een onderbouwde vuistregel. Administratief afgescheiden private middelen dienen niet bij het ministerie van Financiën te worden ondergebracht.
Kan een instelling bij het schatkistbankieren onbeperkt lenen bij het ministerie van Financiën?
Nee, het dient een bancaire relatie met het ministerie te betreffen en dient aan de voorwaarden voldoen. Verder dienen zekerheden te zijn ingebouwd. In de eerste plaats moet het voor een instelling zijn toegestaan om te lenen, los van de vraag of er geleend wordt bij het ministerie van Financiën of bij de bank. Als een instelling bij het ministerie van Financiën wil lenen dan moet het vakdepartement een garantstelling afgeven voor de rente en aflossing van de lening of het rekening-courantkrediet. De toetsing van de aanvraag voor een garantie gebeurt dan ook bij het vakdepartement en niet bij het ministerie van Financiën. Voor alle duidelijkheid: het lenen bij het ministerie van Financiën is vrijwillig. Een instelling die mag lenen, kan ook bij een bank lenen.
Kan een deelnemende instelling ook voor een langere termijn deposito’s plaatsen?
Ja. Instellingen die voor langere tijd liquide middelen niet nodig hebben voor het uitvoeren van hun publieke taak hebben naast een rekening-courant ook behoefte aan andere producten. Daarom heeft het ministerie van Financiën een breed scala aan termijndeposito's waaruit een instelling de voor haar meest gunstige looptijd kan kiezen. Uiteraard ontvangt een instelling voor haar afgesloten termijndeposito's een rentevergoeding.
Mogen deelnemende instellingen elders publieke middelen aanhouden?
Nee, bij deelname aan het schatkistbankieren dient de deelnemende RWT al haar publieke middelen bij het ministerie van Financiën aan te houden. Er mogen dus geen publieke middelen meer bij banken worden aangehouden. In het geval een instelling bij de start van de deelname aan het schatkistbankieren beschikt over een effectenportefeuille zal deze moeten worden afgebouwd.