Rechtspersonen met een wettelijke of publieke taak
Rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT) of met een publieke taak (RPT) kunnen verplicht of vrijwillig deelnemen aan schatkistbankieren. Er zijn ook RWT’s en RPT’s die niet in aanmerking komen voor schatkistbankieren. Welke instellingen verplicht of vrijwillig in aanmerking komen is vastgelegd in artikel 5.2 en 5.4 van de Comptabiliteitswet 2016.
RWT’s
RWT’s zijn in beginsel verplicht om deel te nemen aan schatkistbankieren.
Er zijn categorieën RWT’s die in principe niet in aanmerking komen voor deelname aan schatkistbankieren. Dit zijn instellingen die een grotendeels private taak hebben of die als taak hebben het inlenen en uitzetten van financiële middelen/geld aan derden. Er kan een uitzondering worden gemaakt voor rechtspersonen uit de bovenstaande twee categorieën indien de publieke taak van die rechtspersoon naar het oordeel van de Minister van Financiën een risicoarm beheer van de publieke liquide middelen verlangt.
Er zijn ook RWT’s die zijn uitgezonderd van verplichte deelname aan SKB maar wel in aanmerking kunnen komen voor vrijwillig schatkistbankieren. Dit zijn bijvoorbeeld:
- RWT’s met een beperkte wettelijke taak.
- RWT’s die over relatief weinig publieke middelen beschikken (publieke inkomsten minder dan € 15 miljoen per jaar of liquide middelen of beleggingen minder dan € 1 miljoen).
- RWT’s op specifieke gedefinieerde beleidsterreinen (o.a. onderwijsinstellingen, musea en justitiële jeugdinrichtingen).
RPT’s
RPT’s voeren een publieke taak uit die niet wettelijk is vastgelegd. Een publieke taak is een taak die een maatschappelijke of politieke relevantie kent en waarbij de overheid betrokken is bij het beleidsterrein waartoe de taak gerekend kan worden. Daarmee is een publieke taak te onderscheiden van een private taak.
In principe komen RPT’s niet in aanmerking voor schatkistbankieren, tenzij de publieke taak als zodanig relevant wordt beschouwd dat een risico-arm beheer van de middelen als noodzakelijk wordt geacht. Het ministerie van Financiën zal hierbij per aanvraag een afweging maken.
Regels beperking risico liquide middelenbeheer RWT’s
De RWT's die onder de categoriale uitzonderingen vallen en niet op vrijwillige basis deelnemen aan het geïntegreerd middelenbeheer, moeten voldoen aan de regels ter beperking van de risico's van het liquide middelenbeheer en het verbod op oneigenlijk kasbeheer.Bij ministeriële regeling van de minister van Financiën worden de RWT's en RPT's aangewezen waarop de voorschriften omtrent het middelenbeheer van toepassing zijn. Daarbij worden twee lijsten met RWT's opgesteld. De eerste lijst RWT's (lijst A) heeft betrekking op de RWT's die deelnemen aan het geïntegreerd middelenbeheer. De tweede lijst RWT's (lijst B) heeft betrekking op de RWT's waarvoor, naast het verbod op oneigenlijk kasbeheer, de regels ter beperking van de risico's van liquidemiddelenbeheer gelden. Beide lijsten worden door de minister van Financiën in overeenstemming met de betrokken ministers opgesteld.
Bij deelname aan het schatkistbankieren dient de deelnemende RWT of RPT al haar publieke middelen bij het ministerie van Financiën aan te houden. Er mogen dus geen publieke middelen meer bij banken worden aangehouden. In het geval een instelling bij de start van de deelname aan het schatkistbankieren beschikt over een effectenportefeuille zal deze moeten worden afgebouwd.
Richtijn afbouwen beleggingen
Een deelname aan schatkistbankieren kan voor vrijwillige en verplichte RWT's en RPT's gevolgen hebben voor de rendementen uit beleggingen. Deelname aan schatkistbankieren betekent in beginsel dat alle middelen en beleggingen bij de schatkist worden aangehouden op rekening-courant of in deposito's.
Bestaande beleggingsportefeuilles hoeven niet direct afgestoten te worden. Uitzettingen (beleggingen) die voldoen aan de 'Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden' kunnen worden aangehouden tot het einde van de contractuele looptijd. De middelen die vrijvallen dienen direct in de schatkist te worden aangehouden. Dat geldt ook voor nieuwe overtollige middelen. In de uitzonderlijke situatie dat uitzettingen niet zouden voldoen aan de wettelijke regeling, dienen deze uitzettingen direct te worden afgebouwd om in de schatkist te worden ondergebracht.
Rentetarieven
Voor het cashmanagement van uw organisatie is het van belang dat u tijdig kunt beschikken over de rentetarieven die het ministerie biedt voor uw rekening-courant (indicatief, want het definitieve percentage wordt pas aan het eind van de dag vastgesteld), termijndeposito's en leningen. Het Agentschap publiceert deze tarieven met een vertraging van 1 werkdag. Tevens kunt u ze raadplegen via ons portaal Mijn Schatkist. Zowel de RC-rente als de deposito rente worden voor RWT's/RPT's nooit negatief. Indien noodzakelijk voor de uitoefening van de publieke taak kunnen deposito’s kosteloos en zonder boete vervroegd worden afgelost. De vervroegde aflossing van deposito's geschiedt tegen marktwaarde.
Betalingsverkeer
RWT's en RPT's zijn vrij in de keuze van hun huisbankier. Het ministerie van Financiën heeft overeenkomsten gesloten met ABN AMRO Bank, Rabobank, ING Bank, Deutsche Bank, de Nederlandse Waterschapsbank en de Bank Nederlandse Gemeenten waardoor de koppeling tussen bankrekening(en) en de rekening-courant bij het ministerie van Financiën automatisch verloopt (zero-balancing).
Om een goede raming te maken van het verloop van het schatkistsaldo gedurende de dag zelf en de daaropvolgende dagen, is het van belang dat het Agentschap van de Generale Thesaurie over informatie beschikt van alle transacties (individueel of batch) groter dan € 20 miljoen. De betalingen en zover mogelijk de ontvangsten die boven deze grens uitgaan dienen zo snel mogelijk en liefst uiterlijk een dag voor de betaaldatum te worden gemeld via een mail gericht aan ssb.betalingsverkeer@minfin.nl.