Onderwijsinstellingen
De wettelijke regels voor het geïntegreerd middelenbeheer, oftewel het schatkistbankieren, gelden in principe voor elke RWT. Onderwijsinstellingen vallen als RWT's echter onder een categoriale uitzondering en zijn daarom niet verplicht tot deelname.
Onderwijsinstellingen kunnen echter wel op vrijwillige basis deelnemen. Zij kunnen dus liquide middelen beleggen en onder bepaalde voorwaarden lenen tegen gunstige condities bij het ministerie van Financiën. De condities waartegen de Staat handelt op de geld- en kapitaalmarkt, zijn gemiddeld namelijk beter dan bereikbaar is voor een onderwijsinstelling. Dit voordeel wordt doorgegeven aan de onderwijsinstellingen.
Vanuit het ministerie van Financiën zal geen toezicht worden uitgeoefend op het betalingsverkeer, besteding van de gelden of andere aspecten van de bedrijfsvoering. Het toezicht op de deelnemende instellingen blijft de verantwoordelijkheid van het betreffende vakdepartement.
Deze regeling geldt alleen voor publieke middelen van een onderwijsinstelling. Voor het beheer van private middelen zijn geen wettelijke regels opgesteld.
Bij deelname aan het schatkistbankieren dient de deelnemende onderwijsinstelling al haar publieke middelen bij het ministerie van Financiën aan te houden. Er mogen dus geen publieke middelen meer bij banken worden aangehouden. In het geval een onderwijsinstelling bij de start van de deelname aan het schatkistbankieren beschikt over een effectenportefeuille zal deze moeten worden afgebouwd.
Richtlijn afbouwen beleggingen
Het liquide maken van beleggingen van overtollige (publieke) kasgelden valt binnen het wettelijk kader van schatkistbankieren. Bij deelname aan schatkistbankieren kan dit voor organisaties bepaalde gevolgen hebben.
Bestaande beleggingsportefeuilles hoeven niet direct afgestoten te worden. Uitzettingen (beleggingen) die voldoen aan de 'Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016' kunnen worden aangehouden tot het einde van de contractuele looptijd. De middelen die vrijvallen dienen direct in de schatkist te worden aangehouden. Dat geldt ook voor nieuwe overtollige middelen. In de uitzonderlijke situatie dat uitzettingen niet zouden voldoen aan de wettelijke regeling, dienen deze uitzettingen direct te worden afgebouwd om in de schatkist te worden ondergebracht.
Rentetarieven
Voor het cashmanagement van uw organisatie is het van belang dat u tijdig kunt beschikken over de rentetarieven die het ministerie biedt voor uw rekening-courant (indicatief, want het definitieve percentage wordt pas aan het eind van de dag vastgesteld), termijndeposito's en leningen. Het Agentschap publiceert deze tarieven met een vertraging van 1 werkdag. Tevens kunt u ze raadplegen via ons portaal Mijn Schatkist. Zowel de RC-rente als de deposito rente worden voor onderwijsinstellingen nooit negatief. Indien noodzakelijk voor de uitoefening van de publieke taak kunnen deposito’s kosteloos en zonder boete vervroegd worden afgelost. De vervroegde aflossing van deposito's geschiedt tegen marktwaarde.
Betalingsverkeer
Onderwijsinstellingen zijn vrij in de keuze van hun huisbankier. Het ministerie van Financiën heeft overeenkomsten gesloten met ABN AMRO Bank, Rabobank, ING Bank, Deutsche Bank, de Bank Nederlandse Gemeenten en de Nederlandse Waterschapsbank.
Om een goede raming te maken van het verloop van het schatkistsaldo gedurende de dag zelf en de daaropvolgende dagen, is het van belang dat het Agentschap van de Generale Thesaurie over informatie beschikt van alle transacties (individueel of batch) groter dan € 20 miljoen. De betalingen en zover mogelijk de ontvangsten die boven deze grens uitgaan moeten zo snel mogelijk en liefst uiterlijk een dag voor de betaaldatum worden gemeld via een mail gericht aan: ssb.betalingsverkeer@minfin.nl.